Ons incasseringsvermogen heeft gevaarlijke lage waarden bereikt als we het vijf kilometer verderop gelegen Pomßen binnenrijden en de kerkdeur dicht vinden. Toch, opeens ... horen we flarden orgelspel. Hé, daar gebeurt wat.
In de kerk lijkt het wel of we in de Efteling zijn beland: een schattig kerkje met allerlei idyllische hoekjes met sprookjesachtige muurschilderingen in zachte kleuren. Anton Pieck revisited. De stemmer, want die is aan het werk, is naar beneden gekomen om te kijken wie we zijn, en legt uit dat hij het Richter-orgel (1670, het oudste van de deelstaat Sachsen) aan het repareren en stemmen is: het ‘vogeltje’ deed het niet, en morgenavond vindt een orgelconcert plaats.
Na enig (oké, lang) aandringen wil de stemmer ons dit orgel wel laten zien en horen. De reden waarom er geen bezoekers naar boven mogen is snel duidelijk: in de toren is de stank van vleermuizenuitwerpselen nauwelijks te verdragen. In een hoek ligt het een meter hoog. ‘De oogst van eeuwen’, zegt de stemmer; ‘maar we doen er niets meer aan’.
Bovenaan de gammele trap zien we de gigantische blaasbalgen, nu elektrisch bediend, maar wel origineel, en komen uit bij het (vernieuwde) klavier. We mogen alles bekijken en fotograferen en vragen honderduit. Het idee dat Bach hier in 1727 een treurdienst heeft begeleid …
Het moraal is goed als we na een stevige handdruk van de voormalige Ossie de Pfarrkirche verlaten. Eindelijk uniek materiaal!
Foto boven: Richterorgel in Pomßen.
We mogen alles bekijken en fotograferen en vragen honderduit. Het idee dat Bach hier in 1727 een treurdienst heeft begeleid …