De stamboom van Bach is vanaf begin 1500 traceerbaar. Bij Vitus Bach, een Hongaarse witbroodbakker die liever luit speelde, begon het allemaal.
Vitus Bach kwam in Wechmar in de streek Thüringen terecht omdat hij de lutherse godsdienst aanhing. Deze overtuiging kon hij alleen daar zonder gevaar praktiseren. Van Vitus’ nakomelingen zouden er zeventig hun brood (no pun intended) gaan verdienen met muziek.
Bach had veel aan zijn familie te danken. Ze vormden een netwerk voor hem en voor henzelf. Talloos zijn de voorbeelden dat Bach ergens mag komen proefspelen omdat hij via een familielid of een kennis wordt aanbevolen. Ook andersom: neven en zonen kregen van hem een aanbeveling en hadden vaak een aanstelling aan hem te danken. Dat velen van hen langdurig op een post bleven was het bewijs dat zij muzikaal het nodige in hun mars hadden.
Foto boven: detail van het olieverfschilderij uit 1746 door Elias Gottlob Haussmann van Johann Sebastian Bach.