Leipzig is een cultuurstad met fraaie, rijke gebouwen. Vlakbij ons hotel ligt de Oper en daar vlak tegenover het nieuwe Gewandhaus. Het is overzichtelijk: binnen tien minuten loop je van de ene kant van het centrum naar de andere.
De speellijsten en posters die overal hangen, zeggen genoeg: Leipzig ademt muziek. Linksaf naar het huis van Robert Schumann, rechtsaf naar het huis van Felix Mendelssohn Bartholdy. Op het plein voor het raadhuis, waar marktkooplui nu hun negotie aan het opruimen zijn, gaf Bach openluchtconcerten. In winkels zie je overal afbeeldingen van Bach en restaurants hebben muzikale namen.
Het klopt, veel plaatsen waar hij woonde, werkte, musiceerde of lesgaf blijken veranderd, aangetast of geheel verdwenen. Wat weg is wordt echter herbouwd of met even stijlvolle als sobere gedenktekens zichtbaar gemaakt.
Zo werden in 1950 op Bachs tweehonderdste sterfdag zijn overblijfselen vanuit het naamloze graf overgebracht en plechtig herbegraven in ‘zijn’ kerk, de Thomaskirche. Diezelfde kerk, waar hij jaren cantor is geweest, wordt middels een ingrijpende operatie, gefinancierd door buurman Commerzbank, in de oude staat teruggebracht. Hiermee en met materiële zaken als zijn orgelbank en de bijbel waarin Bach las, zullen we het blijkbaar moeten doen. Akkoord. Dan richten we ons maar op zijn erfgoed; dat leeft in Leipzig en is overal aanwezig.
Een bewijs ervan volgt enkele minuten later. Als we even over zessen de Thomaskirche binnenlopen, is een koor een cantate aan het instuderen: het klinkt fantastisch en het is loepzuiver. Die cantate is dus op deze plaats ooit in première gegaan, net als een deel van het Weihnachtsoratorium. Waar wij nu lopen, liep Bach dus ook, op weg naar zijn orgel, iedere dag.
De Nicolaikirche is een prachtige, lichte kerk in pastel-tinten en heeft veel grote ramen. We schrikken wel als we binnenkomen: het achterste deel staat vol steigers in verband met de grote restauratie van het orgel, de gewelven en de oude banken. Hier en daar zijn pijpjes aangebracht waaruit vochtige lucht komt: het pleisterwerk wordt afgebikt.
Bouwvakkersgeluiden klinken hoog boven ons hoofd. Dit is een ingrijpende renovatie. Dipl. Ing. Ferdinand Porsche blijkt de geldschieter voor de operatie te zijn.
Er is een tijdelijk orgel geplaatst, helemaal naar achttiende-eeuwse maatstaven gebouwd. Tijdens ons bezoek worden er verschillende werken van Bach gespeeld, waarbij alle registers worden getest en dat zorgt toch voor een bijzondere sfeer.
In 1165 werd met de bouw van de Nicolaikirche gestart, op de kruising van de belangrijkste noordzuid- en oostwest-verbinding in die tijd.
Leipzig was handelsstad en Nicolaas was de beschermheilige van de kooplui. De oorspronkelijk Romaanse kerk werd in de 16e eeuw uitgebouwd tot een laatgotische kerk, en later werden er drie barokke torens op gezet. Het meest opvallende zijn de indrukwekkende roze pilaren met grote zachtgroene palmbladeren. Het Ladegast-orgel, dat nu in losse onderdelen en in kisten verpakt achter in de kerk staat, is van 1858: Bach was toen al meer dan een eeuw dood.
Achter die kisten verscholen vinden we nog een klein wit beeldje van Bach. De Nicolaikirche heeft een belangrijke rol gespeeld tijdens Die Wende. De vreedzame demonstraties tegen het toen heersende regime begonnen vanuit deze kerk elke maandagavond. Ze werden zo omvangrijk dat de beweging niet meer te stoppen was. Bekijk een filmpje op YouTube.
De aanstelling van Bach in de Thomaskirche was destijds niet vanzelfsprekend. Het kerkbestuur had het liefst gezien dat Telemann de vacature van cantor zou gaan vervullen, maar deze besloot een baan in Hamburg te accepteren. De tweede keus was een leerling van Kuhnau, die tot dan toe deze functie had vervuld, maar ook hij wilde de baan niet. Uiteindelijk hebben ze Bach maar genomen; hij had voor deze sollicitatie cantate 22 en 23 geschreven: Jesus nahm zu Sich die Zwölfe en Du wahrer Gott und Davids Sohn.
In deze oorspronkelijk katholieke kerk werd op 25 mei 1539 door Martin Luther zelf de reformatie ingevoerd.
Dit gegeven onderstreept de importantie van deze plek: godsdienst en muziek zijn hier verweven.
De oudste fundamenten dateren uit de twaalfde eeuw; de kerk en de bijbehorende Thomasschule zijn vele malen afgebroken en in de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd, maar toch steeds weer opgebouwd.
De kerk heeft een imponerende muzikale historie: Bach was hier van 1723 tot zijn dood in 1750 cantor, Mozart heeft hier orgel gespeeld en Mendelssohn heeft op 4 april 1841 hier de Matthäuspassion laten herleven.
De Thomaskirche is lang zo mooi niet als de Nicolaikirche, maar de akoestiek is optimaal. Het prachtige orgel achterin is groot, heeft een fantastische klank, maar is typisch romantisch. Dat maakt dit orgel minder geschikt voor de vele Bach-uitvoeringen die hier nog wekelijks plaatsvinden.
Daarom is in 2000, in het kader van de 250e sterfdag van Bach, een barokorgel aangebracht op de plaats waar Bach zelf ook speelde, recht tegenover zijn gedenkvenster. Het is in de traditie van de middenduitse orgelbouw van de 18e eeuw gebouwd door Gerald Woehl. De vorm van de pijpen is gebaseerd op het oude orgel uit Bachs tijd.
Toen Bach in 1750 stierf, werd hij in een naamloos graf begraven op het Alte Johannisfriedhof in Leipzig. Halverwege de twintigste eeuw zijn diens overblijfselen ‘met zeer grote waarschijnlijkheid’ geïdentificeerd en, zoals eerder gememoreerd, in de Thomaskirche onder een sobere gedenkplaat herbegraven.
Het met veel goud versierde altaar stond oorspronkelijk in de St. Paulus, waar Bach destijds het orgel heeft getest en vele malen op hoogtijdagen bespeeld. Op oude tekeningen is te zien dat het hier een fraaie gotische kerk betrof met schitterende universiteitsgebouwen in dezelfde stijl eromheen.
In 1968 is de St. Paulus onder het Oost-Duitse regime met behulp van springstoffen volledig met de grond gelijk gemaakt om plaats te maken voor een foeilelijke betonnen bak, de Karl Marx Universiteit. Deze daad heeft een blijvend litteken achtergelaten in de historie van Leipzig.
Van de 295 cantates die Bach heeft gecomponeerd, zijn er 260 (!) in Leipzig voor het eerst te horen geweest. Alle grote werken, de Passionen, de Hohe Messe en (delen van) het Weihnachtsoratorium zijn hier in deze Thomaskirche in première gegaan. Nog ieder jaar wordt hier het Weihnachtsoratorium gezongen, evenals de Matthäuspassion.
Elke vrijdag komen om zes uur honderden mensen naar de wekelijkse motettendienst. We kijken er even van op dat er een (bescheiden) entree geheven wordt. Ondanks alle verbouwingen is de klank van deze kerk adembenemend. Het orgel vult de kerk en het a-cappella-koor klinkt hemels. De voorganger onderstreept trots dat de koordichtheid in Leipzig enorm is en de kwaliteit uitzonderlijk.
Maarten ’t Hart heeft gelijk. Materieel is er niet veel overgebleven van wat Bach ons naliet. Zijn geestelijke erfgoed is echter springlevend. Dat en de sfeer in de stad zelf maakte ons bezoek aan Leipzig bijzonder inspirerend.
Foto boven:Het plafond van de Thomaskirche in Leipzig.
In winkels zie je overal afbeeldingen van Bach en restaurants hebben muzikale namen.