Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd Dresden bijna volledig platgebombardeerd. De prachtige, intieme en onder de bevolking populaire Frauenkirche was verworden tot niets meer dan een ruïne en verdween na 1961 vervolgens ook nog eens achter het IJzeren Gordijn.
De plek waar mensen waren getrouwd, hun kinderen gedoopt, waar Bach in 1736 op het nieuwe Silbermann-Orgel een concert gaf, verviel steeds meer tot alleen maar een berg puin, overwoekerd met onkruid. Toch, onder welke regime dan ook, zijn mensen stiekem blijven komen om kaarsjes te branden en te bidden.
En toen viel in 1989 de muur en konden plannen worden gemaakt voor de wederopbouw. De DDR was failliet en de inwoners arm, was het verantwoord om zoveel geld vrijmaken voor een gebouw? ‘Ja!’, zeiden de Dresdenaren. En naast de vele fondsen die het herstel van het gebouw mogelijk maakten, zijn het vooral de gelovigen zelf die met duizenden kleine acties en collectes voor de benodigde financiën hebben gezorgd.
Van alle beschikbare bewegende beelden is een even indrukwekkende en ontroerende film gemaakt: hoe het was voor het uitbreken van de oorlog, historische opnamen van de bominslagen en een als een fakkel brandende kerk, de wekenlang narokende puinhopen, de kaarsjes die de mensen er brandden, hoe het ineenstorten gereconstrueerd is waardoor men precies wist welk stuk steen waar hoorde, het inpassen van nieuwe stukken zandsteen.
Dan jaar na jaar alle fasen van de bouw van de Frauenkirche, het voor het eerst luiden van de klokken op zondag -waarvoor mensen de straat opliepen om ernaar te luisteren en elkaar in de armen vielen-, de openingsmis eind 2005 tot het plaatsen van de gouden koepel met kruis boven op de toren, aangeboden door de Engelse zusterstad Coventry, waar wrang genoeg de bommenwerpers gebouwd werden die op 13 februari 1945 voor dit inferno gezorgd hadden.
De eerste concertactiviteit nadat het dak dicht was vond plaats in 2000: het was een uitvoering van het Weihnachtsoratorium van Bach, steigers rondom, publiek tot tranen toe geroerd. Het ‘Jauchzet, frohlocket’ werd als uiting van dankbaarheid opgedragen aan de bouwers.
Het verhaal van de kerk dat een symbool werd van eendracht, opoffering en stil verzet, is te zien in het Stadtmuseum van Dresden en was voor ons een van de meeste emotionele ervaringen tijdens onze speurtocht naar Johann Sebastian Bach, die hier enige tijd verbleef in 1717, 1725, 1733, 1736 en 1739.
Foto boven: Communistische muurschildering op een inmiddels gesloopt gebouw in Dresden.
Toen voor het eerst klokken op zondag luidden liepen mensen de straat op en vielen elkaar in de armen.