In de zomer van 1707 verhuist Johann Sebastian naar Mühlhausen, omdat hij daar een nieuwe baan als organist in de Sankt Blasiuskirche heeft geaccepteerd. Als je het donkere, stoffige kerkje binnenstapt, kun je je moeilijk voorstellen dat hij het hier zo naar zijn zin heeft gehad. In Mühlhausen schrijft hij Gott ist mein König, de eerste cantate die hij heeft laten drukken, en overigens is uitgevoerd in de veel imposantere, Gotische Marienkirche.
Bach is niet enthousiast over de kwaliteit van het orgel in de Blasiuskirche. Hij schrijft een uitgebreid voorstel (zeg maar 2 A4’tjes) om het orgel uit te breiden, dat door de kerkleiding wordt geaccepteerd. Maar nog voor alle verbeteringen zijn aangebracht, vertrekt Johann Sebastian naar Weimar. Overigens zonder rancune, het had meer met geld en muzikale mogelijkheden te maken. Hij zal nog regelmatig terugkomen in Mühlhausen, test er bijvoorbeeld in 1733 een nieuw orgel, en beveelt en passant zijn neef Johann Friedrich als organist aan.
Voor Bachvrienden en orgelliefhebbers is Mühlhausen welhaast een bedevaartsoord. Door de bewaard gebleven ‘dispositie’ (= geheel der registers van een orgel) van Bach was het mogelijk het Wenderorgel in de Blasiuskirche te herbouwen zoals Bach vond dat het moest klinken. Mede door de inzet van Albert Schweitzer is dat uiteindelijk in 1958 gebeurd, en daarmee heeft de Sankt Blasius op dit moment het meest authentieke Bachorgel van de wereld.
Foto boven: de twee torens van de Marienkirche in Mühlhausen.
Voor Bachvrienden en orgelliefhebbers is Mühlhausen welhaast een bedevaartsoord. Door de bewaard gebleven ‘dispositie’ (= geheel der registers van een orgel) van Bach was het mogelijk het Wenderorgel in de Blasiuskirche te herbouwen zoals Bach vond dat het moest klinken.